Vitale medewerkers zijn productieve medewerkers, daar is iedereen het over eens. Veel organisaties focussen zich dan ook meer en meer op het bevorderen van de vitaliteit van het personeel. Maar is dit wel de verantwoordelijkheid van een bedrijf? Valt persoonlijke vitaliteit niet onder het privéleven van een medewerker? En mag een bedrijf zich daar eigenlijk wel mee bemoeien?
Waarom is vitaliteit op de werkvloer zo belangrijk?
Als je je goed voelt, heb je veel energie en inspiratie, en ben je creatief en vrolijk. Dit maakt jou een aantrekkelijke werknemer, omdat je hierdoor op de werkvloer beter presteert. Niet alleen ben je in staat snel te werken en kwalitatief goed werk te leveren, je hebt vast ook slimme ideeën en creatieve oplossingen voor problemen.
Vitale medewerkers stellen zich vaak betrokken op, zijn loyaal richting de werkgever en collega’s en blijken goed bestand tegen werkdruk. Dit maakt dat ze hun werk met plezier doen en op de werkvloer voor een prettige sfeer zorgen. Werkgevers hebben daardoor baat bij het behouden of verbeteren van de vitaliteit van het personeel.
Hoe bevorder je de vitaliteit?
Hoe vitaal je bent, wordt voor een groot deel bepaald door wat je in je privéleven doet (of niet doet). Gezond eten, veel beweging en voldoende slaap dragen allemaal bij aan een vitaler lichaam. Roken en alcohol drinken, twee gewoontes die ook voornamelijk in de privésfeer plaatsvinden, verminderen de vitaliteit juist.
Het spreekt voor zich dat een werkgever niet kan bepalen wat een medewerker in zijn of haar vrije tijd doet. De medewerker is hier zelf verantwoordelijk voor. Of toch niet? Als de vitaliteit de werkprestaties van een medewerker negatief beïnvloedt, mag een werkgever zich hier dan niet toch mee bemoeien?
Wat kan een werkgever doen om de vitaliteit te bevorderen?
De grens tussen positieve motivatie en bemoeienis van een werkgever is lastig te bepalen. Veel bedrijven starten wel vitaliteitsinitiatieven, maar die slaan vaak niet goed aan. Een onderzoek van HR-dienstverlener Visma-Raet heeft aangetoond dat een grote meerderheid van de werknemers er niet van gediend is dat een werkgever zich bemoeit met het privéleven (78%), overgewicht (86%) of een ongezonde levensstijl door roken of overmatig alcoholgebruik (91%). Toch kan een werkgever wel degelijk initiatieven nemen om de vitaliteit van het personeel te bevorderen.
Op de werkvloer
De werkgever heeft uiteraard wel zeggenschap over wat er op de werkvloer gebeurt. Zo kan een werkgever heel praktisch investeren in bureaustoelen en beeldschermen van hoge kwaliteit, en zorgen voor de juiste ergonomische werkomstandigheden. Het hanteren van een rookverbod en het aanbieden van gezonde snacks of lunches zijn ook geschikte vitaliteitsinitiatieven.
Ter motivatie
Wat een werknemer in zijn of haar vrije tijd doet, moet hij of zij natuurlijk zelf weten, maar een bedrijf kan een gezonde levensstijl wel motiveren. Bijvoorbeeld door fietsen naar het werk te promoten, sportieve groepsactiviteiten te doen, korting op fitnessabonnementen aan te bieden of gezondheidscoaches ter beschikking te stellen. De werknemer is niet verplicht hier gehoor aan te geven, maar een gezonde levensstijl wordt zodoende wel gestimuleerd.
Het goede voorbeeld geven
Maar zoals dat zo vaak het geval is: je motiveert een ander het meest door simpelweg het goede voorbeeld te geven. Mensen zijn kuddedieren en we willen er allemaal graag bij horen. Het loont daarom als een bedrijf vitaliteit in de bedrijfsstrategie opneemt en als de directie zelf het goede voorbeeld geeft. Zorg voor een gezamenlijke, gezonde personeelslunch, organiseer een voetbalcompetitie of richt een hardloopclubje op. Werknemers motiveren elkaar dan vanzelf onderling om er een gezonde levensstijl op na te houden.
Motiveren in plaats van verplichten
De vitaliteit van medewerkers is en blijft de verantwoordelijkheid van de medewerkers zelf. Een bedrijf kan het personeel buiten de werkvloer om niet tot bepaalde zaken verplichten. Maar zelfs al zou dat kunnen, dan is de vraag hoe effectief dit zou zijn. Verplichtingen leiden vaak tot ergernis en verzet. Het aansporen en motiveren van medewerkers om daadwerkelijk zelf verantwoordelijkheid voor de eigen vitaliteit te nemen, werkt vele malen beter. Tenslotte heeft niet alleen de werkgever, maar juist ook de werknemer baat bij een goede gezondheid!